De meest voorkomende storingen en oorzaken van lithium-batterijen zijn als volgt:
1. Lage batterijcapaciteit
Oorzaken:
a. De hoeveelheid bijgevoegd materiaal is te klein;
b. De hoeveelheid bevestigd materiaal aan beide zijden van het poolstuk is behoorlijk verschillend;
c. Het poolstuk is gebroken;
d. De elektrolyt is minder;
e. De geleidbaarheid van de elektrolyt is laag;
f. Niet goed voorbereid;
g. De porositeit van het diafragma is klein;
h. De lijm veroudert → het bevestigingsmateriaal laat los;
i. De wikkelkern is te dik (niet gedroogd of de elektrolyt is niet doordrongen);
j. Het materiaal heeft een kleine specifieke capaciteit.
2. Hoge interne weerstand van de batterij
Oorzaken:
a. Lassen van de negatieve elektrode en het lipje;
b. Lassen van positieve elektrode en lipje;
c. Lassen van positieve elektrode en kap;
d. Lassen van de negatieve elektrode en de behuizing;
e. Grote contactweerstand tussen klinknagel en plaat;
f. De positieve elektrode heeft geen geleidend middel;
g. De elektrolyt bevat geen lithiumzout;
h. De batterij is kortgesloten;
i. De porositeit van het scheidingspapier is klein.
3. Lage batterijspanning
Oorzaken:
a. Nevenreacties (ontleding van elektrolyt; onzuiverheden in de positieve elektrode; water);
b. Niet goed gevormd (SEI-film is niet veilig gevormd);
c. Lekkage op de printplaat van de klant (met betrekking tot de batterijen die door de klant na verwerking worden geretourneerd);
d. De klant heeft niet puntgelast zoals vereist (cellen die door de klant zijn bewerkt);
e. bramen;
f. microkortsluiting.
4. De redenen voor overdikte zijn als volgt:
a. Lekkage door lassen;
b. Ontleding van elektrolyten;
c. Niet-drogend vocht;
d. Slechte afdichting van de dop;
e. Schelpwand te dik;
f. Schil te dik;
bv. poolstukken niet verdicht; diafragma te dik).
5. Abnormale batterijvorming
a. Niet goed gevormd (SEI-film is onvolledig en dicht);
b. Baktemperatuur is te hoog → veroudering van het bindmiddel → afbladderen;
c. De specifieke capaciteit van de negatieve elektrode is laag;
d. De dop lekt en de las lekt;
e. De elektrolyt wordt afgebroken en de geleidbaarheid neemt af.
6. Batterijexplosie
a. De subcontainer is defect (waardoor er te veel wordt berekend);
b. Het diafragma-afsluitingseffect is slecht;
c. Interne kortsluiting.
7. Kortsluiting in de batterij
a. Materiaalstof;
b. Gebroken wanneer de schaal is geïnstalleerd;
c. Schraper (membraanpapier is te klein of niet goed opgevuld);
d. Ongelijkmatige wikkeling;
e. Niet goed verpakt;
f. Er zit een gat in het membraan.
8. De accu is losgekoppeld.
a. De lipjes en klinknagels zijn niet goed gelast, of het effectieve laspuntgebied is klein;
b. Het verbindingsstuk is gebroken (het verbindingsstuk is te kort of te laag bij het puntlassen met het poolstuk).
Geplaatst op: 18-02-2022