Gebruik en onderhoud van zonneomvormers
Het gebruik van zonne-omvormers:
1. Sluit de apparatuur aan en installeer deze strikt volgens de vereisten in de bedienings- en onderhoudshandleiding van de omvormer. Controleer tijdens de installatie zorgvuldig: of de kabeldiameter aan de vereisten voldoet; of de componenten en aansluitingen loszitten tijdens het transport; of de isolatie goed geïsoleerd is; of de aarding van het systeem aan de vereisten voldoet.
2. Gebruik en bedien de omvormer strikt volgens de bedienings- en onderhoudshandleiding. Let vooral op: voordat u de machine start, of de ingangsspanning normaal is; controleer tijdens het gebruik of de volgorde van in- en uitschakelen correct is en of de weergave van elke meter en elk indicatielampje normaal is.
3. Omvormer zijn doorgaans voorzien van automatische beveiliging tegen storingen zoals een open circuit, overstroom, overspanning, oververhitting, enz. Wanneer deze verschijnselen optreden, is het daarom niet nodig om de omvormer handmatig uit te schakelen. De beveiligingspunten van de automatische beveiliging zijn doorgaans al in de fabriek ingesteld en hoeven niet opnieuw te worden ingesteld.
4. Er staat hoge spanning in de omvormerkast. De operator mag de kastdeur over het algemeen niet openen. De kastdeur moet normaal gesproken op slot zijn.
5. Wanneer de kamertemperatuur hoger is dan 30°C, moeten er maatregelen voor warmteafvoer en koeling worden genomen om te voorkomen dat de apparatuur defect raakt en om de levensduur van de apparatuur te verlengen.
Onderhoud en reparatie van zonne-omvormer:
1. Controleer regelmatig of de bedrading van elk onderdeel van de omvormer stevig vastzit en of er geen speling is. Controleer met name zorgvuldig de ventilator, de voedingsmodule, de ingangs- en uitgangsaansluiting en de aarding.
2. Zodra het alarm is gestopt, mag de omvormer niet direct opnieuw worden opgestart. De oorzaak moet worden achterhaald en verholpen voordat de omvormer opnieuw wordt opgestart. De inspectie moet strikt worden uitgevoerd volgens de stappen in de onderhoudshandleiding van de omvormer.
3. De operator moet speciaal opgeleid zijn om de oorzaak van algemene storingen te kunnen vaststellen en deze te kunnen verhelpen, bijvoorbeeld door zekeringen, componenten en beschadigde printplaten vakkundig te kunnen vervangen. Ongeschoold personeel mag geen apparatuur op hun post bedienen en gebruiken.
4. Indien een ongeval niet gemakkelijk te voorkomen is of de oorzaak van het ongeval onduidelijk is, moet een gedetailleerd verslag van het ongeval worden gemaakt en moet deomvormerDe fabrikant moet tijdig op de hoogte worden gebracht, zodat het probleem kan worden opgelost.
Plaatsingstijd: 5 november 2021